Later als ik groot ben… Wie kan zich die vraag niet herinneren. Dan wil ik… stewardess, politieagent, brandweerman worden… Ik kan me niet herinneren wat ik daarop antwoordde toen ik klein was. Mijn beeld van de ideale baan ontstond pas ergens halverwege de middelbare school. Ik had altijd al een meer dan gemiddelde interesse in taal. Ieder jaar zat ik in december met mijn vader voor de buis voor het Groot Dictee der Nederlandse Taal. In de beginjaren verloor ik, maar de laatste jaren draaide dat om. Ook mijn leraar Nederlands op het gymnasium gaf een positieve draai aan mijn liefde voor taal. En – mede omdat mijn exacte kant het ‘wat’ liet afweten – studeerde ik af in zes talen.
Ergens in die tijd moet het beeld van mijn ‘droombaan’ zijn ontstaan. Ik kan me de woorden nog herinneren: ‘Oh, als ik ooit aan mijn computer kan zitten om teksten beter te maken en verhalen te schrijven. Ja, dán ben ik waar ik wil zijn.” Vaak zoemden die woorden in de eerste tig jaar van mijn carrière door mijn hoofd. En deels mocht en kon ik daar ook al wel aan ruiken en proeven bij mijn werkgevers. Tot dat moment, vandaag precies VIER jaar geleden. Toen ik dan toch eindelijk het kantoor van de Kamer van Koophandel inliep. En naar buiten kwam met het ‘bericht van registratie’: Tussen Taal en Tekst was een feit!
Nu – op weg naar mijn eerste lustrum – wil ik vooral al die fijne, loyale en diverse opdrachtgevers bedanken. En – niet op de laatste plaats – mijn familie en vrienden. Die altijd in mij geloven, ook als ik dat soms zelf niet doe 😉 Mij steunen en voor me klaarstaan. Ook bij alle hobbels, die bij het ondernemen horen 🙂