In 1998 (het lijkt een eeuwigheid geleden…) liep ik mijn tweede stage, bij wat destijds NS Cargo heette. Ik koos na het gymnasium bewust voor een hbo-opleiding, want ik wilde vooral ook praktijkervaring opdoen. Met tot dan vooral veel theoretische kennis, snakte ik naar ‘de echte wereld’.
Ik kwam terecht op een kleine, gezellige communicatie-afdeling, waar ik veel mocht en kon aanpakken. Op de afdeling zat ook een redacteur, die het maandelijkse personeelsblad maakte. Ik was een bleu meisje van begin twintig en kwam in een behoorlijke mannenwereld terecht: zware goederentreinen met veel erts, kolen en staal. Als een van mijn eerste klussen stuurde de redacteur mij naar de Waalhaven. Ik was nog niet vaak alleen buiten de Brabantse grenzen geweest, dus een reis alleen naar het Rotterdamse havengebied was spannend genoeg voor een week buikpijn.
Maar die eerste ‘wereldreis’ smaakte naar meer. Ik ontmoette die dag stoere cargomachinisten, die rangeerden, zware treinen aan elkaar koppelden en met soms wel drie locomotieven een enorme trits wagons achter zich aan in beweging zetten. Én: allemaal met een mooi en fascinerend verhaal. In de loop der jaren verminderde elk nieuw verhaal mijn angst voor het onbekende en maakte plaats voor nieuwsgierigheid naar meer. Meer leren over collega’s, hun passie voor het vak en kennis vergaren over nieuwe beroepen, bedrijven of processen. Mijn honger naar kennis is sindsdien niet meer gestild, maar loopt als een rode draad door mijn werk en leven: onbekend maakt bemind.