Doel(groep) is niet bepaald het meest spannende woord uit de Van Dale. Maar voor schrijven is het wel essentieel te weten wie je doelgroep is. Het maakt immers nogal uit of je een informatieve tekst voor een personeelsblad schrijft, inschrijft op een aanbesteding of een social mediabericht wilt delen over de verkoop van speculaasjes.
Vaak is mijn eerste vraag bij een opdracht dan ook: wát wil je bereiken met de tekst? Met gelijk erachteraan: bij wíe wil je dat bereiken? Niks zo onhandig als aan de voorkant je doel en doelgroep niet bepalen, waardoor de tekst gaat ‘zwalken’. En de lezer zich onderweg – als hij al de moeite neemt om door te lezen – afvraagt wat hij met de tekst aan moet. Wat wil de schrijver van mij?! Wil hij dat ik actie onderneem? Zo ja, welke? Moet ik iets kopen, een training volgen of juist iets níet doen?
Terug naar het eerste voorbeeld. Een informatieve tekst in een personeelsblad over speculaasjes kan bijvoorbeeld beginnen met: We nemen een kijkje op onze assemblage-afdeling, waar het deze periode een gekkenhuis is. Hier verlaten per dag maar liefst 100.000 pakjes speculaas de fabriek. Zou dit voor een aanbesteding zijn, dan zeg je eerder: Onze fabriek is uitgerust met 15 loopbanden, waardoor wij gegarandeerd 100.000 pakjes speculaas per dag uitleveren. En op social media zou staan: De eerst speculaasjes rollen deze week weer van de band. Heb jij ook al zoete trek? Haal ze dan snel in de winkel of bestel online!
En dat is precies wat schrijven zo leuk maakt: je kunt tien keer over hetzelfde onderwerp schrijven zonder dat het verveelt. Zolang je je doel(groep) maar goed voor ogen houdt. En een speculaasje bij het schrijven hebt 🙂